The Tubs

Van soulvolle pubrock tot Husker Dü-achtige agressie en melancholische sophisto-pop
Muziek, Alternative, Indie, Rock

Het tweede album van The Tubs, Cotton Crown, laat zien hoe de Celtic jangle-boyband zich waagt aan donkerder en persoonlijker terrein, terwijl ze hun onweerstaanbare, verslavende songcraft verder aanscherpen. Het is echt een stap vooruit: een album waarop de band hun klankpalet uitbreidt met een caleidoscopisch scala aan invloeden – van soulvolle pubrock (Chain Reaction) tot Husker Dü-achtige agressie (One More Day) en melancholische sophisto-pop (Narcissist). Zoals Pitchfork al opmerkte, zien The Tubs jangle als ‘een immense wereld vol stemmingen en muzen’, en Cotton Crown laat horen hoe ze deze wereld verder verkennen en ondertussen een uitgesproken Tub-ulaire sound creëren. 

Die sound is voor een groot deel te danken aan het stemgeluid van Owen ‘O’ Williams – vaak vergeleken met een jonge Richard Thompson – en zijn eerlijke, donker-komische teksten. Op Cotton Crown duikt hij nog dieper in zijn favoriete thema’s: liefdespsychose, onsympathiek gedrag veroorzaakt door psychische aandoeningen, en de vernederingen van het muzikantenbestaan in Londen. Maar deze keer voel je ook een tastbaar gevoel van risico in zijn zelfreflecties en bekentenissen. Vooral op het laatste nummer Strange, waarin hij rekenschap aflegt van de onhandige, opdringerige maar goedbedoelde sociale interacties na de zelfdoding van zijn moeder (de folkzangeres Charlotte Greig). Zoals Williams zegt: “Ik had al een paar keer geprobeerd er een nummer over te schrijven. Het resultaat voelde altijd sentimenteel, versimpelend of alsof ik mijn trauma stond te verkopen. Maar dit nummer klopte wel, omdat het naar iets kleiners keek: de vreemde, onbevredigende, op een rare manier grappige manieren waarop iedereen – inclusief ikzelf – zich gedroeg nadat het stof was neergedaald.” De albumhoes toont een beeld van Williams als baby, borstvoeding krijgend van Greig op een kerkhof – een promotiefoto rond de release van haar debuutalbum (de heruitgave hiervan werd in 2023 besproken in The Guardian).

De essentie van Cotton Crown is het contrast tussen Williams’ sombere teksten en de jubelende, catchy popmelodieën. Dit is grotendeels te danken aan het gitaarwerk van George Nicholls, die op het album moeiteloos schakelt tussen de virtuoze jangle van Johnny Marr, de voortstuwende folkrock van Pentangle en de hi-fi grooves vol refreinen van hedendaagse bands als Tops of The 1975. Voeg daar de razendsnelle ritmesectie van Taylor Stewart (drums) en Max Warren (bas) aan toe – die elk nummer met powerpop-furie aanvliegen, in de geest van Guided by Voices op hun beste dronken dagen – en je hebt een recept voor indie rock-grootheid. 

Bestel tickets
Datum 14-11
Prijs €15,00
Locatie Poppodium
Zaal Grote Zaal
The Tubs

The Tubs

Het tweede album van The Tubs, Cotton Crown, laat zien hoe de Celtic jangle-boyband zich waagt aan donkerder en persoonlijker terrein, terwijl ze hun onweerstaanbare, verslavende songcraft verder aanscherpen. Het is echt een stap vooruit: een album waarop de band hun klankpalet uitbreidt met een caleidoscopisch scala aan invloeden – van soulvolle pubrock (Chain Reaction) tot Husker Dü-achtige agressie (One More Day) en melancholische sophisto-pop (Narcissist). Zoals Pitchfork al opmerkte, zien The Tubs jangle als ‘een immense wereld vol stemmingen en muzen’, en Cotton Crown laat horen hoe ze deze wereld verder verkennen en ondertussen een uitgesproken Tub-ulaire sound creëren. 

Die sound is voor een groot deel te danken aan het stemgeluid van Owen ‘O’ Williams – vaak vergeleken met een jonge Richard Thompson – en zijn eerlijke, donker-komische teksten. Op Cotton Crown duikt hij nog dieper in zijn favoriete thema’s: liefdespsychose, onsympathiek gedrag veroorzaakt door psychische aandoeningen, en de vernederingen van het muzikantenbestaan in Londen. Maar deze keer voel je ook een tastbaar gevoel van risico in zijn zelfreflecties en bekentenissen. Vooral op het laatste nummer Strange, waarin hij rekenschap aflegt van de onhandige, opdringerige maar goedbedoelde sociale interacties na de zelfdoding van zijn moeder (de folkzangeres Charlotte Greig). Zoals Williams zegt: “Ik had al een paar keer geprobeerd er een nummer over te schrijven. Het resultaat voelde altijd sentimenteel, versimpelend of alsof ik mijn trauma stond te verkopen. Maar dit nummer klopte wel, omdat het naar iets kleiners keek: de vreemde, onbevredigende, op een rare manier grappige manieren waarop iedereen – inclusief ikzelf – zich gedroeg nadat het stof was neergedaald.” De albumhoes toont een beeld van Williams als baby, borstvoeding krijgend van Greig op een kerkhof – een promotiefoto rond de release van haar debuutalbum (de heruitgave hiervan werd in 2023 besproken in The Guardian).

De essentie van Cotton Crown is het contrast tussen Williams’ sombere teksten en de jubelende, catchy popmelodieën. Dit is grotendeels te danken aan het gitaarwerk van George Nicholls, die op het album moeiteloos schakelt tussen de virtuoze jangle van Johnny Marr, de voortstuwende folkrock van Pentangle en de hi-fi grooves vol refreinen van hedendaagse bands als Tops of The 1975. Voeg daar de razendsnelle ritmesectie van Taylor Stewart (drums) en Max Warren (bas) aan toe – die elk nummer met powerpop-furie aanvliegen, in de geest van Guided by Voices op hun beste dronken dagen – en je hebt een recept voor indie rock-grootheid. 

Bestel tickets

Datum 14-11
Tijd 20:30
Locatie Poppodium
Zaal Grote Zaal

Meer bij Willem Twee